Sinds 2012 kan de overheid met NL-Alert een bericht sturen naar alle telefoons in het land of in een bepaalde regio. Bijvoorbeeld met instructies voor mensen in de omgeving van een grote brand. Het waarschuwingssysteem werkt via de mobiele netwerken van KPN, Vodafone en T-Mobile.
Maar dan moeten die netwerken het nog wel doen. Bij een grote stroomstoring door bijvoorbeeld een natuurramp blijven antennes met back-upbatterijen nog maximaal vier uur werken. Daarna vallen ze uit. Dan is het ook niet meer mogelijk om een NL-Alert te versturen.
Het landelijke luchtalarm is het oude waarschuwingssysteem. Dat bestaat al sinds begin jaren vijftig en viel tot 1986 onder de Bescherming Bevolking (BB), een naoorlogse overheidsorganisatie. De sirene werd daarom vaak het BB-alarm genoemd. Die oude sirene klonk hetzelfde als het luchtalarm in bijvoorbeeld veel oorlogsfilms.
In 1998 werd het huidige waarschuwings- en alarmeringssysteem (WAS) in gebruik genomen. Dat systeem produceert het geluid dat je vanmiddag om 12.00 uur weer hoorde. In noodgevallen blijft dat nog maximaal zeven dagen werken. Maar ook dit systeem is aan vernieuwing toe. De vraag is: steken we nog geld in vernieuwing of breken we het systeem af?
De beslissing over wat er met het luchtalarm moet gebeuren is doorgeschoven naar het volgende kabinet. Oorspronkelijk was het in 2019 de bedoeling de sirene definitief het zwijgen op te leggen. Dat ging toen niet door omdat er nog problemen met NL-Alert waren.
Die problemen zijn grotendeels opgelost, concludeert het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) in een rapport. "Het bereik van NL-Alert is groot en mensen zijn bekend met het systeem", vertelt senior onderzoeker Marije Bakker aan NU.nl. "Het luchtalarm heeft zijn beste tijd gehad. Daarom adviseren wij de sirene helemaal af te schaffen."
Het wel of niet afschaffen van het luchtalarm is vooral een afweging tussen kosten en baten. Het kost 170 miljoen euro om het luchtalarm tot aan 2040 te behouden, becijferde het Centrum Beleidsadviserend Onderzoek in 2021.
"Ook weegt mee dat het luchtalarm sinds de jaren vijftig nog nooit landelijk is ingezet", zegt Roelof van Gelderen, locatiemanager van het Museum Bescherming Bevolking in het Friese Grou.
Naast de kosten stelt het rapport van NIPV dat de informatie die het luchtalarm geeft beperkt is. Een sirene geeft alleen aan dat er iets aan de hand is, maar mensen weten nog niet waarom het luchtalarm afgaat.
"Dat is geen reden om de sirene dan maar af te schaffen", vindt communicatiewetenschapper en universitair hoofddocent Toni van der Meer van de Universiteit van Amsterdam. "Het is belangrijk dat mensen gealarmeerd worden. Mensen gaan van nature of zoek naar informatie over wat er aan de hand is wanneer een crisis uitbreekt."
Dat de overheid met NL-Alert meer informatie kan geven, onderschrijft Van der Meer. Toch is de wetenschapper bang voor de risico's: "Wat als NL-Alert niet meer werkt of de berichten niet aankomen?"
De zorgen van Van der Meer zijn reëel. In 2021 werden delen van België, Duitsland en Nederland getroffen door overstromingen. In België en Duitsland viel daarbij op veel plekken het mobiele netwerk uit. Dat was voor Duitsland aanleiding juist extra te investeren in het luchtalarm, schrijft NIPV.
Als de sirene klinkt is het in Nederland het advies om naar binnen te gaan, ramen en deuren te sluiten, ventilatie uit te schakelen en radio of tv aan te zetten. Maar bijvoorbeeld bij een overstroming moeten mensen juist zo snel mogelijk vluchten. Daarom is het waarschuwingssysteem niet geschikt voor alle type incidenten, concludeert NIPV. Bij behoud van het luchtalarm moet daarom ook een ander advies overwogen worden.
Het afschaffen van het luchtalarm is desondanks erg onverstandig, vindt Van Gelderen: "Daarmee verliezen we een belangrijk waarschuwingssysteem."
"Ik zie het als een brandverzekering", legt Van Gelderen uit. "Het kost geld, maar je hoopt hem nooit nodig te hebben. Maar als er iets gebeurt, ben je blij dat je hem hebt."